Bijna de helft van de 65.000 Oekraïense vluchtelingen tussen de 15 en 65 jaar die op 1 november vorig jaar in Nederland verbleven, had betaald werk. Op 1 juli was dat nog 35 procent, meldt statistiekbureau CBS woensdag.
Oekraïense vluchtelingen die na de Russische invasie van eind februari vorig jaar naar Nederland kwamen, hebben geen werkvergunning nodig om hier te mogen werken. Hiermee hebben zij een uitzonderingspositie ten opzichte van andere migranten van buiten de Europese Unie of de landen uit de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA).
Ongeveer 65.000 van de Oekraïners in Nederland waren tussen de 15 en 65 jaar oud. Ruim 30.000 van hen werkten in loondienst voor een Nederlandse werkgever. Dat komt neer op 46 procent.
De meeste Oekraïners werkten in de sector zakelijke dienstverlening (56 procent). Onder deze bedrijfstak vallen de uitzendbureaus. Het is vaak niet na te gaan naar welke bedrijfstak ze worden uitgezonden. Verder werkten er naar verhouding ook veel Oekraïense vluchtelingen in de handel, vervoer en horeca.
De meeste Oekraïense vluchtelingen werkten als oproepkracht (26 procent), uitzendkracht (43 procent) of hadden een ander tijdelijk dienstverband (28 procent). Het grootste deel van de vluchtelingen werkte in deeltijd: 58 procent werkte minder dan 25 uur per week. Ongeveer 13 procent werkte voltijds (35 uur of meer).