De heilige graal van televisietechniek – Preview

0
25

Samsung neemt al een aantal jaar grote microled-tv’s mee naar de CES-beurs in Las Vegas. De eerste jaren niet met de belofte ze ook daadwerkelijk te verkopen, maar meer om te laten zien wat er mogelijk is met microleds en hoe ze de ontwikkeling van jaar tot jaar verbeteren. Daar kwam in 2021 verandering in toen het 110″-model daadwerkelijk in de verkoop ging voor de niet misselijke prijs van 129.000 euro.

Dit jaar pakt Samsung flink door en toont het modellen in een allemaal nieuwe maten, waarbij vooral de kleinere 50″-, 63″- en 76″-maten opvielen, die volgens het bedrijf ook de winkelschappen moeten bereiken. Microled-tv’s lijken daarmee in een stroomversnelling te komen, genoeg reden voor ons om tijdens de Consumer Electronics Show van dit jaar een bezoekje aan Samsung te brengen om deze schermen van dichtbij te bekijken.

Waarom eigenlijk microled?

Nu vraag je je misschien af waarom Samsung überhaupt zoveel investeert in microled als het ook QD-oled-tv’s heeft. Die hebben immers ook pixels die individueel aan- en uitgeschakeld kunnen worden, geven prachtig beeld en kunnen flinke helderheden bereiken. De korte reden is dat microled-tv’s dat ook allemaal kunnen, maar dan beter.

Het grootste verschil tussen een microled- en oled-tv is het gebruikte materiaal bij de ontwikkeling van de individuele leds. Bij oled gaat het om organisch materiaal en bij normale leds om anorganisch materiaal. Dat laatste heeft als voordeel dat het hele pure kleuren kan weergeven, hoge helderheden kan halen en slijtvaster is dan oled. De tv’s kunnen daardoor een feller en contrastrijker beeld weergeven, waarbij de kleuren van het scherm lijken te spatten.

Waarom kijken we dan niet allemaal al jaren naar een microled-tv? Ze zijn erg lastig om te maken. De individuele leds moeten stuk voor stuk worden aangebracht via de pick-and-placetechniek. Dat is traag, duur en foutgevoelig. Samsung heeft daar recentelijk een grote verbetering in doorgevoerd zodat het nu ook rijen aan pixels tegelijk kan plaatsen, wat voor een enorme snelheidstoename zorgt, maar het blijft een dure bezigheid.

Ook was het lang lastig om de pixels dicht op elkaar te plaatsen. Dat was dan ook de reden dat de eerste modellen zo enorm groot waren en daarom waren we ook enigszins verbaasd dat Samsung op de CES een 50″-model met 4k-resolutie toont. Dat laat zien dat een kleine pixel pitch eigenlijk geen probleem meer is voor het huidige productieproces.

Losse panelen en andere nadelen

Wat het productieproces ook uniek maakt, is dat deze microled-tv’s niet uit een enkele glasplaat gesneden worden, maar zijn opgebouwd uit losse panelen. Die zijn volledig randloos en kunnen dus samengevoegd worden tot één groot scherm. Dat maakt bijvoorbeeld dat je bij een pixeldefect een enkele module uit je scherm kunt halen, om alleen dat deel te vervangen. De keerzijde van deze opbouw is dat je de randen in bepaalde omstandigheden kunt zien.

Daar moet ik meteen bij zeggen dat ik hier wel mijn best voor moest doen. Dat betekent dat ik met mijn neus op het paneel stond, terwijl onze cameraman Mark onder een hoek een videolamp op het scherm scheen. Ja, dan kan je inderdaad de lijnen tussen de paneeltjes zien, zoals je ook op onderstaande foto ziet.

Dat is natuurlijk een enorme afknapper als je dit bij normaal gebruik ook ziet, maar dat is nog maar de vraag. Volgens een aanwezige medewerker van Samsung is dit op normale kijkafstand niet te zien. Dat hij dat zegt snap ik, maar eerlijk is eerlijk: zonder op zoek te gaan, viel het mij ook totaal niet op. Toch durf ik hier nog geen harde uitspraken over te doen, daarvoor zouden we een dergelijke tv een keer in ons testlab moeten hebben voor een langere test. De demoruimte van Samsung was erg donker, waardoor de lijnen verhuld worden. Mogelijk dat het in een normaal verlichte huiskamer veel sneller opvalt.

Een ander mogelijk nadeel is het energiegebruik. Samsung geeft geen cijfers vrij hierover, maar het viel wel op dat er een behoorlijke hoeveelheid warmte van de panelen kwam. Met steeds strenger wordende regelgeving rondom energielabels is dat iets dat voor tv-fabrikanten steeds belangrijker wordt om onder controle te houden.

Ultieme beeldkwaliteit

Wat daar, op papier, tegenover staat, is ongeveer de heilige graal op het vlak van beeldkwaliteit. Over de kleinere maten geeft Samsung vrijwel geen cijfers vrij, maar van het grote model weten we dat deze helderheden haalt tot 2000 cd/m2. Nu kunnen de nieuwste generatie QD-oleds dit volgens Samsung ook, maar dat geldt alleen voor hele kleine highlights bij de weergave van hdr-materiaal. Is een groter deel van het scherm wit, dan zakt de algehele helderheid behoorlijk in. Dit dimeffect zien we ook bij de oledpanelen van LG.

Samsung claimt dat zijn microled-tv’s hier geen last van hebben: de maximale helderheid wordt in alle situaties behouden. Dat maakt ze bij uitstek geschikt in felverlichte ruimtes en dit moet ook spiegelingen goed tegengaan. Ergens is dit ook wel logisch: grote industriële ledschermen die je buiten ziet bij bijvoorbeeld evenementen genereren ook altijd een bak licht en in de basis gebruiken ze dezelfde techniek als deze microled-tv’s.

Constant naar een scherm kijken waar 2000 cd/m2 aan licht uitkomt, is voor niemand leuk, maar bij hdr-materiaal geeft het wel een indrukwekkend effect en als je iets kijkt met veel wit in beeld, bijvoorbeeld de winterspelen, dan zal dat op een van deze tv’s een stuk mooier ogen dan op een (QD-)oled.

Verschillende maten

In zijn officiële persbericht meldt Samsung dat de tv’s nog dit jaar in de maten 50″, 63″, 76″, 89″, 101″, 114″ en 140″ zullen uitkomen. Van deze grote maten geloven we dat wel, maar zelfs de Samsung-medewerker die ik sprak had vraagtekens bij het 50″-model. Deze zou zoveel duurder zijn dan de 55″-tv’s van concurrenten, dat het simpelweg niet interessant is om uit te brengen. De 63″- en 76″-modellen zouden meer kans maken.

Waar eerdere demonstraties om de panelen gingen, zijn dit overduidelijk tv’s. Hoewel er nauwelijks nog een schermrand is, was er duidelijk een designer bij betrokken geweest, al was het maar voor de voet. Ook wist een medewerker te vertellen dat hier een verbeterde beeldprocessor in zit ten opzichte van de QD-oleds en Neo QLED’s, die vier inputs tegelijk op het scherm in een grid weer kunnen geven. Verder claimt Samsung een responstijd van een bizar lage 2ns en een refreshrate van 240Hz.

Wanneer en voor wie?

Dit lijkt dus het jaar waarin Samsung met microled een grote stap wil zetten, en daar ben ik enthousiast over. De modellen die ik kon bekijken, waren misschien wel de mooiste tv’s die ik tot nu toe gezien heb. De belofte van een hoge helderheid, groot kleurbereik en hoge levensduur van de lichtbron is op papier een gouden combinatie.

Helaas zal dit type tv’s zeker de komende jaren nog alleen binnen handbereik zijn voor mensen die zwemmen in het geld. Of zoals iemand van Samsung het zei: als je moet vragen hoeveel dit gaat kosten, dan kun je het niet betalen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in