Een ambassadeur is de hoogste diplomatische vertegenwoordiger van een land in een ander land. Hij of zij is namens het land dat hij vertegenwoordigt het aanspreekpunt voor dat andere land. Dat is de ambassadeur ook voor landgenoten die in het andere land wonen. Wanneer zij in de problemen komen, kunnen ze de ambassade om hulp vragen.
Een ambassadeur kan worden gezien als een plaatsvervanger in het buitenland van een staatshoofd. De voornaamste taak van de ambassadeur is de belangen van zijn thuisland behartigen in het buitenland.
Wanneer een ambassadeur op het matje geroepen wordt, moet die uitleg geven over een bepaalde gebeurtenis. Dat gebeurt op het ministerie van Buitenlandse Zaken van het land waar hij of zij gestationeerd is. Daar hoort hij of zij de klacht slechts aan; een eventuele oplossing volgt pas na overleg tussen de twee regeringen. Over de inhoud van die gesprekken worden nooit mededelingen gedaan.
Zo’n gesprek kan plaatsvinden naar aanleiding van een uitspraak of daad van een vertegenwoordiger van het land. De aanleiding kan ook iets zijn wat gebeurt in het land dat de ambassadeur vertegenwoordigt.
Turkije riep dinsdag de Nederlandse ambassadeur Joep Wijnands op het matje. Dat gebeurde nadat Pegida-voorman Edwin Wagensveld tijdens een protest in Nederland een koran had verscheurd. Nederland zelf riep de Iraanse ambassadeur in december op het matje, vanwege de doodstraffen die werden opgelegd aan betogers in dat land.
In oktober riep Rusland de Nederlandse ambassadeur in Moskou op het matje. Een medewerker van de Russische ambassade in Den Haag zou zijn gevraagd om over te lopen. Een maand later riep Nederland op zijn beurt de Russische ambassadeur op het matje omdat Rusland beweerde dat het proces rond MH17 niet eerlijk was verlopen.
Een ambassadeur op het matje roepen is een vrij zwaar middel. “Maar het komt regelmatig voor”, zegt hoogleraar Internationale Betrekkingen André Gerrits. “Tegenwoordig lijkt het vaker voor te komen dan vroeger, maar het blijft een behoorlijk zwaar middel. Een overheid laat er op een zeer directe manier zijn ontevredenheid mee blijken.”
Een land mag zelf weten wanneer het een ambassadeur op het matje roept. “Iedere staat heeft zijn eigen gevoeligheden”, legt Gerrits uit. In het geval van Turkije zit er volgens de hoogleraar meer achter dan het verbranden of verscheuren van een koran.
“Als dat de echte aanleiding was, had ook een andere overwegend islamitische staat dat kunnen doen. In Turkije komen de verkiezingen eraan, en ze liggen dwars bij de NAVO-toetreding van Zweden en Finland. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft er belang bij om de boel voorlopig niet te laten rusten.”
In oktober 2021 dreigde Erdogan nog om tien ambassadeurs Turkije uit te zetten. Onder anderen de Nederlandse ambassadeur had Turkije opgeroepen om zakenman en politieke gevangene Osman Kavala vrij te laten. Erdogan kwam later terug van zijn beslissing.
Het op het matje roepen van een ambassadeur leidt lang niet altijd tot een tegenreactie. Een land kan besluiten zelf ook de ambassadeur op het matje roepen, maar dat is meestal niet nodig. “De meeste landen accepteren het. Zeker als het niet gepaard gaat met publieke onvriendelijkheden of gevolgen”, zegt Gerrits.
Wanneer landen een stap verder gaan en ambassadeurs uitzetten, volgt vaak wel een tegenreactie. Zo kondigde Rusland maandag aan dat de Estse ambassadeur uiterlijk 7 februari vertrokken moet zijn uit Moskou. Estland reageerde door de Russische ambassadeur weg te sturen uit Tallinn. Letland deed vervolgens hetzelfde en deelde de Russische ambassadeur in Riga mee dat hij 24 februari weg moet zijn.
Landen kunnen nog verder gaan, maar dat gebeurt bijna nooit. Zo kan een land beslissen om een ambassadeur het land uit te zetten, of zijn eigen ambassadeur uit een land terugroepen. In extreme gevallen kunnen zelfs de diplomatieke banden tussen twee landen volledig verbroken worden. Dat gebeurt bijna nooit omdat het averechts werkt, zegt Gerrits.
“Diplomatie is ook bedoeld om zicht te houden op landen die niet direct tot de vriendenkring behoren. Die banden zijn juist van belang bij landen waarmee je mindere betrekkingen hebt. Al was het maar voor je eigen onderdanen in die landen.”
Gerrits begrijpt de oproep van mensen om de banden met een land te verbreken. Maar hij benadrukt dat dat onverstandig is. “Zelfs als landen met elkaar in oorlog zijn, betekent dat nog niet dat de diplomatieke betrekkingen worden opgezegd. De emotie, hoe begrijpelijk die ook is, mag niet de doorslag geven.”