Pas als je door de hooglanden reist in het noorden van Ethiopië, snap je echt waarom het niet makkelijk is om hier een oorlog snel naar je hand te zetten. Achter de hoge bergtoppen is het makkelijk verstoppen. Gevechtsdrones lijken dan ook het verschil te maken in deze oorlog, en daar vallen ook burgerslachtoffers bij.
Een hotel in Lalibela, in het noorden van Ethiopië, is zwaar beschadigd. Alle ramen liggen eruit en overal liggen brokstukken. Op de muur naast de trap staat een handafdruk van bloed. Van TPLF-rebellen, vertelt de hotelbewaker. Die namen in deze stad hotels over en plunderden ze. “In dit hotel hielden hoge TPLF-leiders een bijeenkomst”, zegt ook een lokale burgermilitie-leider ons. “Tot de drone er een raket op gooide. Er waren veel doden. De rebellen die nog leefden vertrokken snel uit de stad.”
Al vijftien maanden is het oorlog in het noorden van Ethiopië. Daar vecht het Ethiopische regeringsleger tegen rebellen van de TPLF uit de regio Tigray. Het is een oorlog die al verschillende wendingen heeft gekend. Dan weer lijkt de ene partij het sterkste en dan de andere. In november stonden de rebellen zelfs enkele honderden kilometers van de hoofdstad Addis Abeba af. Om vervolgens weer teruggedrongen te worden. Sinds december zijn ze terug in Tigray.
NOS-correspondent Elles van Gelder mocht onlangs naar Ethiopië reizen, een land dat gedurende deze oorlog niet toeschietelijk is om journalisten toe te laten. Tigray mocht ze niet in en daarom kon ze alleen op pad aan de kant van het regeringsleger: