De oprichting van tientallen klassen voor kinderen met een lichamelijke of mentale beperking leidt tot enthousiaste reacties. Stichting het Gehandicapte Kind heeft sinds 2015 al bijna vijftig klassen opgetuigd en wil dat aantal in de komende jaren verdubbelen. Kinderen met een beperking kunnen door de aparte klassen eindelijk naar school.
Volgens cijfers van Stichting het Gehandicapte Kind gaan tienduizend kinderen met een handicap nooit naar school. Ze hebben soms wel medische dagbesteding of ze gaan naar een zorgboerderij. Maar een basisschool zien ze niet vanbinnen. Daar moet een einde aan komen, vindt de stichting. “We geloven dat elk kind zich kan ontwikkelen.”
Een Samen naar School-klas krijgt een eigen lokaal op een basisschool. Daarnaast zijn er een speciale leerkracht en zorgpersoneel nodig. “Kinderen krijgen medische zorg in hun eigen lokaal”, vertelt directeur Henk-Willem Laan van de stichting. Het gaat dan bijvoorbeeld om sondevoeding of beademingsondersteuning. “Een deel van de kinderen krijgt daar ook les. Tijdens het speelkwartier of het voorleesmoment sluiten ze aan bij de andere kinderen op school.”
Er zijn ook klassen voor leerlingen met een verstandelijke beperking, zoals autisme. Voor hen werkt het vaak andersom. “Zij kunnen juist goed meedraaien met andere kinderen tijdens een gestructureerde les. Maar als er vrij gespeeld wordt, trekken ze zich liever terug in hun lokaal”, zegt Laan.
Binnen twee maanden gaan er meerdere nieuwe groepen van start. De Samen naar School-klassen zijn verspreid over het land. Alleen in de provincies Limburg en Zeeland zijn ze er nog niet. “Met de verdubbeling van het aantal klassen willen we in elke provincie aanwezig zijn. Daarna streven we naar een Samen naar School-klas in elke gemeente”, zegt Laan.
Nooit meer een positief verhaal missen? Krijg een melding bij nieuws waar je blij van wordt.
‘Regulier onderwijs biedt meer kansen’
De PO-Raad, de sectorvereniging voor basisonderwijs, is enthousiast over de speciale klassen op reguliere scholen. “We vinden het heel belangrijk dat zo veel mogelijk kinderen samen kunnen leren en spelen”, zegt een woordvoerder. “Het is goed voor de ontwikkeling van kinderen dat dit gebeurt binnen de muren van het reguliere onderwijs.”
Het speciaal onderwijs biedt ook plek voor kinderen met verschillende beperkingen. “Maar leerlingen in het speciaal onderwijs hebben vaak niet dezelfde kansen als leerlingen in het reguliere onderwijs”, zegt de woordvoerder van de PO-Raad. Ze benadrukt dat de beste plek per kind kan verschillen.
Projectleider Suzan Teutenberg van Samen naar School ziet dat het speciaal onderwijs niet alle groepen kinderen kan bedienen, bijvoorbeeld kinderen met ernstige meervoudige beperkingen. En voor sommige ouders is de schoolkeuze een principekwestie. “Zij zien hun kind liever midden in de maatschappij opgroeien,” doelt Teutenberg op het regulier onderwijs.
Speciaal onderwijs heeft veel kennis in huis
Voorzitter Johan van Triest van de Sectorraad Gespecialiseerd Onderwijs juicht de klassen toe. “De groep thuiszittende kinderen is een groot landelijk probleem”, zegt hij. “Het is geweldig dat er zoveel tijd, expertise, energie en middelen naar deze initiatieven gaan.”
Hij ziet dat de kinderen zo normaal mogelijk mee kunnen doen met vriendjes en vriendinnetjes, en dat in hun eigen buurt. “Dat doet ertoe en draagt bij aan inclusiever onderwijs.”
Wel zet hij zijn vraagtekens bij de onderwijskwaliteit van de speciale klassen. “Het speciaal onderwijs moet aan eisen voldoen die niet altijd voor deze klassen gelden. We hebben veel expertise in huis om kinderen met allerlei beperkingen iets te leren.”
Het zou volgens hem goed zijn als de initiatiefnemers van de Samen naar School-klassen vaker gebruikmaken van deze kennis. “Dat moeten we als onderwijsorganisaties en overheid gewoonweg beter doen”, zegt Van Triest.
Volgens projectleider Teutenberg staan er ervaren leerkrachten en orthopedagogen voor de Samen naar School-klassen. “Er wordt echt onderwijs geboden, maar de kinderen worden wel op een andere manier getoetst”, legt ze uit. “Een deel van deze leerlingen zat thuis of in een medisch kinderdagverblijf. Zij krijgen alleen zorgfinanciering en vallen dus niet onder een leerplicht.”
Ouders deinzen terug voor leerplicht
Zowel Van Triest als directeur Laan pleit voor meer maatwerk om alle kinderen in school te houden. “Het opzetten van een Samen naar School-klas is supercomplex en duurt al gauw twee jaar”, zegt Laan. “Het geld is er wel, maar het is verdeeld onder verschillende potjes.”
En aan onderwijsgeld kleven veel voorwaarden, zoals de leerplicht. Van Triest ziet ouders die daardoor terugdeinzen en hun meervoudig beperkte kind liever thuis houden. “Maar het mag niet zo zijn dat deze kinderen uit het onderwijs wegvallen vanwege de systemen”, zegt hij.