Met een nieuwe droge zomermaand voor de boeg, is de verwachting dat het Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) woensdag nieuwe maatregelen neemt om komende weken te zorgen voor voldoende drinkwater. De club met deskundigen wordt bijeengeroepen als waterschaarste dreigt. „Dat er nu iets aan de hand is, is wel duidelijk”, zegt professor Bart van den Hurk van onderzoeksinstituut Deltares. Zo is het waterpeil in rivieren al flink gezakt, is er minder grondwater en zijn er komende weken geen duidelijke regenvoorspellingen. Het ligt volgens Haagse bronnen en experts dan ook voor de hand dat beperkingen voor watergebruik in flinke delen van ons land worden ingevoerd, met name voor de landbouw.
De verwachting is ook dat het LCW opschaalt, waardoor extra besluiten kunnen worden genomen en de zogeheten ’verdringingsreeks’ op tafel ligt, zegt een ingewijde. Daarin is opgenomen welke sectoren en voorzieningen cruciaal zijn en zo lang mogelijk gespaard blijven van maatregelen. Zo moeten dijken voldoende nat gehouden worden om verschuivingen te voorkomen en blijft voldoende drinkwater voor burgers een absolute must. „In dat geval worden stapsgewijs beslissingen genomen waar gekort en geleverd moet worden”, zegt Frans Klijn van Deltares. „Voor boeren betekent dat vaak een verbod op beregening, terwijl naar burgers vrijwillige oproepen worden gedaan om minder lang te douchen en zwembaden niet te vullen”, zegt hij.
Gletsjers
Professor Piet Verdonschot ziet evenwel dat de ernst dit jaar groot is, onder andere doordat in grote delen van Europa weinig neerslag is en dus ook niet naar onze delta stroomt. „De vraag is of die verdringingsreeks nog wel slim beleid is. Dit is gemaakt om incidenten te bestrijden, maar we zien al een aantal jaren een patroon van droogte en schaarste.” Verdonschot wijst erop dat de Rijn -een van de belangrijkste aanvoeren van zoet water- van oorsprong een echte gletsjerrivier is. „Maar veel ijs is al weggesmolten, waardoor het komende decennia een regenrivier wordt. Daardoor stroomt er ook op langere termijn veel minder water onze kant op”, waarschuwt hij.
Daarom pleit hij voor fundamenteel ander waterbeheer. „Die gletsjers krijgen we niet terug, maar we kunnen wel nadenken over opslag en het veel meer vasthouden van regenwater.” Volgens Verdonschot is dat nodig met landschapsaanpassingen in ons land, bijvoorbeeld door overstromingsgebieden in te zetten als bufferlocaties en droogstaande greppels te dichten om meer water te infiltreren en vast te houden. „De miljoenen aan schade die het nu alleen al kost voor de scheepvaart is eigenlijk zonde van het geld. Je kunt iets aan het fundament van het probleem doen.”
Hij wijst erop dat tekorten aan water ook zorgen voor het achteruit hollen van (drink)waterkwaliteit. „Water verdampt, maar de gifstoffen concentreren zich juist. Dat geeft allerlei onwenselijke effecten, ook voor de drinkwaterkwaliteit. Bovendien kun je met meer zoetwater de verzilting tegengaan.”
Van den Hurk van Deltares ziet dat Nederland nog veel kan leren van andere landen die vaker met waterschaarste te maken hebben. „In Spanje bijvoorbeeld, daar worden al vroegtijdig afspraken met boeren gemaakt en wordt goed nagedacht over waterberging en -besparing. Dat zijn wij in ons land nog niet gewend. Maar daar zullen we door de klimaatverandering wel rekening mee moeten gaan houden.” Zijn collega Frans Klijn: „De uitdagingen zijn groot, maar er is veel mogelijk. In studies als het Deltaprogramma zoetwater zijn de oplossingen en maatregelen al in kaart gebracht. De vraag is wanneer ze worden uitgevoerd. Daar zit de échte uitdaging.”