Ook bij ons, artsen maatschappij + gezondheid, overheersen ongeloof en schaamte nu Artsen zonder Grenzen enige tijd basiszorg heeft moeten verlenen in Nederland. Het noopt ook tot zelfreflectie. Hadden wij kunnen voorkomen dat de zorg voor vluchtelingen zo in de knel komt?
De problemen zijn immers niet nieuw. Binnen de publieke gezondheid krijgt de zorg voor vluchtelingen en andere mensen in zeer kwetsbare omstandigheden al decennialang aandacht. Wat daarvoor nodig is, is duidelijk. Dat is keurig vastgelegd in verdragen, wetten, richtlijnen en handboeken. Tenminste, voor wie in het systeem past. In het geval van Ter Apel zijn dat de al geregistreerde vluchtelingen/asielzoekers. Maar als het systeem het niet aan kan, ‘lossen we het op’ door mensen buiten het systeem te houden. We buffelen door binnen de letters van de wet, maar toenemend buiten de geest van diezelfde wetten.
Het vluchten in regels en versnipperde verantwoordelijkheden is doorgeschoten. Het leidt niet alleen tot mensonterende situaties voor de mensen in Ter Apel, maar ook voor kwetsbaren in de jeugdzorg en voor hen die wachten op geestelijke gezondheidszorg. Het draagt bij aan polarisatie in de samenleving, omdat dat wat er gebeurt niet de bedoeling is. Het wringt juist rondom mensen in kwetsbare posities, omdat medemenselijkheid voor velen de basis is van ons samenleven. We moeten terug naar de geest van onze wetten: veelal ooit geschreven als antwoord op problemen waar we als samenleving niet langer van wilden wegkijken.
We moeten terug naar de geest van onze wetten
Hiervoor vinden wij, om te beginnen, drie veranderingen nodig:
1. We nemen als inhoudelijk uitgangspunt dat wat beschikbaar is voor mensen die binnen het systeem vallen, ook beschikbaar komt voor degenen die daar (nog) niet binnen vallen. Daarbij gaat het niet alleen om acute gezondheidszorg, maar om dat wat nodig is voor een menswaardig bestaan in een abnormale situatie, met aandacht voor de lichamelijke, psychische en sociale gezondheid.
2. Zorgprofessionals bundelen hun krachten. Niet primair lobbyen voor nieuwe initiatieven, maar aansluiten bij wat er al beschikbaar is.
3. De GGD’en geven in landelijke solidariteit vorm aan een brede taakopvatting in de geest van de Wet publieke gezondheid: zij organiseren de zorg voor wie (nog) niet onder de zorg van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) valt: jong, oud, ziek en zwanger. Dat betekent het bewerkstelligen dat het continue gesleep met mensen stopt; het inzetten van professionals met ervaring in de begeleiding van mensen die ingrijpende gebeurtenissen hebben meegemaakt; het organiseren van jeugd- en ouderengezondheidszorg; infectieziektebestrijding (monitoring, preventie en uitbraak bestrijding) en zorgen voor zorgcontinuïteit. De GHOR-organisaties kunnen ondersteunen, net als Defensie. Benut, indien nodig, de volledige crisisstructuur om de fysieke veiligheid en sociale stabiliteit te beschermen.
Grote groepen mensen zijn op de vlucht voor oorlog, vervolging en wellicht in de toekomst klimaatverandering. Velen zullen nog aankomen in Nederland. Preventie begint aan de basis: het creëren van een menswaardig bestaan, tenminste op Nederlands grondgebied. Publieke gezondheid, COA, GGD’en en artsen maatschappij + gezondheid hebben hierin een verantwoordelijkheid. Laten we deze nemen en onze expertise en netwerken inzetten voor menswaardige zorg voor iedereen. We vragen de landelijke overheid de overlegtafel te creëren zodat we samen deze verantwoordelijkheid kunnen oppakken en niemand meer hoeft te vluchten in deelverantwoordelijkheden. Nooit meer.